Het begin

Friet wordt gemaakt van aardappelen. Een aardappel hoort in het rijk van de planten. In een aardappel zitten plantaardige cellen, dat is een cel die bij planten voorkomt en bestaat uit een; celwand, membraan, cytoplasma, bladgroenkorrels, golgiapparaat, mitochondriën, endoplasmatisch recticilum, vacuole en plastiden
(Celwand; zorgt voor bescherming van de cel
Membraan; selecteert welke stoffen in de cel mogen komen en welke eruit mogen gaan
Cytoplasma; alles waar een cel uit bestaat behalve de celmembraan, celkern en de celwand
Bladgroenkorrels; delen in een cel die ervoor zorgen dat de plant groen wordt, er kan geen fotosynthese plaats vinden zonder bladgroenkorrels.
Golgiapparaat; een systeem waarbij producten die van het Endoplasmatisch Recticilum afkomen en hier worden omgebouwd en opgeslagen, om het later weer te verplaatsen.
Endoplasmatisch recticilum (ER); het ER is te onderscheiden in:
- ruw ER; herbergt de ribosomen en heeft hierdoor een belangrijke rol in de eiwitsynthese im de cel.
- glad ER; zorgt er voor om stoffen vanuit het ruw ER te verplaatsen naar het golgiapparaat.
Mitochondriën; voorziet de cel van energie. Vooral ATP is een belangrijke energiebron voor veel reacties in de cel.
Vacuole; zorgt voor stevigheid in de plant. Er zit vocht in de vacuolen, dat bestaat uit water met opgeloste stoffen erin. Dit vocht zorgt bevat, reservestoffen, kleurstoffen en afvalstoffen
Plastiden; een groep van organellen bijvoorbeeld, chloroplasten en chromoplasten.)
www.betavak.nl/biologie/organel.htm

Er worden zaadjes geplant, na een tijdje komt er een plantje uit de grond (de aardappel plant) het groeit en groeit. Op een gegeven moment kunnen ze die plant eruit trekken (handmatig of met een machine) en dan worden ze vervoerd naar een bedrijf.